Onze missie
Sinds de Renaissance hebben kunstenaars en hun werken een drijvende rol gespeeld bij de verwezenlijking van een buitengewoon gedurfde collectieve ambitie: de uitvinding van het individualisme.
Nu de erkenning van de persoonlijke soevereiniteit een verworvenheid is in onze westerse culturen, kan en moet de kunst bevredigende vormen helpen vinden voor die andere collectieve ambitie die door de eerste werd teweeggebracht: de opbouw van een democratie. Een democratie met als ideaal iedereen toe te laten niet langer een toeschouwer of een open vakje te zijn in een geschiedenis die aan hem voorbijgaat, maar er als burger een volwaardig deelnemer van te worden. Een ideaal dat vandaag de dag een fundamentele vraag opwerpt: hoe kunnen we een gemeenschappelijke wereld tot stand brengen met personen met verschillende opvattingen en overtuigingen, die vrij en gelijkwaardig zijn geworden?
Het Protocol van De Nieuwe Opdrachtgevers wil van de kunstscène de kweekvijver voor deze uitvinding maken, die deze keer enkel kan voortspruiten uit een collectieve actie. Meer dan twee eeuwen na de democratische revoluties wordt dus een nieuw hoofdstuk in de kunstgeschiedenis ingehuldigd en verschijnt de burger, die tot dusver de grote afwezige was, eindelijk ten tonele.
Zolang de kunstenaars en hun werken immers hun volledige verantwoordelijkheid hebben opgenomen tot ze toonbeelden van de modernistische ambitie werden, heeft de maatschappij zich op haar beurt gewend tot de werken uit het verleden door het erfgoed een in de hele geschiedenis ongezien belang toe te kennen. Tot dusver bleven de burgers de burgers stil in de kunst. Ze stelden zich tevreden met anonieme verhoudingen tot de kunstenaars, en sloten hun werken op in een erfgoedrol die werd bepaald door markten en instellingen wier criteria en waarden niet de drijfveren kunnen zijn van een politiek, en a fortiori artistiek project.
De erkenning van de persoon betekent niet dat de rol van de kunst van nu af aan moet beperkt worden tot het bevredigen van het narcisme van deze nieuwe soeverein – het individu –, noch moet afbrokkelen tot een esthetische heruitvinding die enkel zichzelf als einddoel heeft of een spektakelindustrie moet voeden. Het is trouwens zeker niet in de weigering, de confrontatie of de contractuele verstikking dat mensen zich kunnen ontplooien en hun waardigheid in de democratie kunnen bevestigen. Dit kan enkel binnen een vrije en welwillende dialoog die wordt geïnspireerd door een gedeelde wilsdrang. En is er een waardevoller streefdoel voor dit verlangen om moeilijke onderhandelingen te doorstaan en de mogelijkheden hiervan te verkennen, dan het tot stand brengen van een werk dat getuigt van de menselijke waarden die eraan ten grondslag lagen?
Er moest dus een kunstscène worden gecreëerd waarop de verhoudingen worden bepaald door een Protocol waarin alle betrokken sociale actoren het woord krijgen, zonder veto’s. Een Protocol dat tevens hun respectievelijke verantwoordelijkheden vastlegt opdat hun gemeenschappelijke actie kan leiden tot een werk en opdat dat werk zelf een actor van het maatschappelijk leven kan worden als uiting van een vrijheid van gedachte en een actie die ieder zich eigen maakt.
Deze nieuwe context is een tastbare realiteit geworden: honderden werken van allerlei aard getuigen hiervan en tonen hoe de burgers, even goed als de kunstenaars, over de intelligentie en de moed beschikken die nodig is om de culturele noden van deze tijd onder de aandacht te brengen, en tevens in staat zijn dienovereenkomstig te handelen. Want we moeten een beter begrip hebben van onze culturele behoeften, experimenteren, en nieuwe verhoudingen creëren tot de anderen en tot onszelf, tot de tijd en de omgeving, om aan deze behoeften te voldoen. In deze periode van veranderingen kan men niet naast deze uitdaging heen kijken.
Om deze uitdaging aan te gaan, vertrekt het beleid van de Vennootschap van de Nieuwe Opdrachtgevers van de persoonlijke vraag om het algemene na te streven; en niet omgekeerd. De actie vindt plaats op een kunstscène die van de muren is losgekomen en komt tot stand op elk willekeurig punt van een grondgebied. Deze scène staat open voor al wie zijn verantwoordelijkheid als volwaardig actor, en niet louter als deelnemer, wil opnemen. De burger wordt er immers de gelijke van de kunstenaar en verwerft de autoriteit om publiekelijk uiting te geven aan een behoefte om te creëren en te beoordelen wat is verwezenlijkt in naam van de kunst.
Op deze nieuwe scène worden de verhoudingen tussen de partijen bepaald door het vertrouwen dat een vergelijk kan worden gevonden, en niet door een autoritaire akte of reglementeringen. Door hun eigen verantwoordelijkheid op te nemen, schenken de actoren aan hun individuele engagement een gemeenschappelijke en niet langer louter private betekenis. Om werelden die elkaar niet kennen met mekaar in contact te brengen en een Kunst van de democratie te doen ontstaan, heeft dit Protocol tot slot de rol van een nieuwe actor gedefinieerd: de bemiddelaar. De ervaring heeft aangetoond hoe essentieel diens rol is. In de toekomst zal ongetwijfeld beroep op hem worden gedaan om op te treden op talloze andere gebieden.